Tischa Neve (46)
Kinderpsycholoog, ontwikkelt cursussen voor sportbonden (zoals veiligsportklimaat.nl) en is moeder van Dim (7), die hockeyt.
„Betrokkenheid is goed, maar niet alle ouders uiten dat even constructief.
„Coaches vinden het lastig om met mondige ouders om te gaan en ouders zijn zich vaak niet bewust van de impact van hun gedrag op hun kind. Alles wat wij langs de lijn doen, besmet wat er op het veld gebeurt.
„Kinderen vinden het vervelend dat ouders commentaar hebben en negatieve dingen roepen. Ouders moeten geen aanwijzingen geven: dat doet de coach. Je brengt kinderen in een loyaliteitsconflict: heeft de coach gelijk of papa en naar wie luister ik? Het zorgt allemaal voor minder spelplezier. Ouders mogen van getalenteerde kinderen best vragen het uiterste uit zichzelf te halen, maar zonder plezier kun je niet presteren.
„Je ziet het ook misgaan in de communicatie tussen ouders en sportclub. Veel onvrede wordt geuit via de mail of Whatsapp. Juristen of advocaten komen soms met een heel schriftelijk pleidooi als ze het met beslissingen niet eens zijn. Communiceer face to face, zou ik zeggen. Op een scherm komen dingen anders over. Het helpt als verenigingen op hun beurt transparant zijn en uitleggen hoe beslissingen tot stand komen.
Je brengt kinderen in een loyaliteitsconflict: heeft de coach gelijk of papa en naar wie luister ik?
„Verenigingen moeten ouders duidelijk maken wat de cultuur en afspraken zijn op een club. Ouders denken soms: ik betaal contributie en breng mijn kind naar de hockey, dan mogen we er ook wat van vinden. Ze weten soms niet eens dat er vrijwilligers werken, laat staan wat ze allemaal doen. Een ouderavond, waar dat uitgelegd wordt, werkt dan goed.”
‘Ga zelf eens wat doen, zeg ik tegen mopperende ouders’
Geo van der Wilk (47)
Bestuurder bij voetbalclub Westlandia (Naaldwijk), 550 jeugdleden.
Loopt al zijn hele leven rond in de voetballerij.
„Toen ik zelf nog op het veld stond – dat is even geleden – zag je bijna geen ouders langs de lijn. Ouders die verhaal kwamen halen als hun kind gewisseld werd, waren er al helemaal niet. Dat is doorgeslagen naar te veel bemoeienis. Al zien de ouders dat zelf niet.
„Iedereen denkt dat hij de nieuwe Messi op aarde heeft gezet. Er gebeurt daardoor wekelijks wel iets in de categorie ‘betrokken ouders’.
„Vorig seizoen werd een jeugdspeler gewisseld, die teleurgesteld naar de kleedkamer liep, gevolgd door zijn net zo teleurgestelde vader. Ze waren het niet eens met de beslissing en hebben de kleedkamer verbouwd. Die hebben we toen geschorst.
„Er zijn dus best wel wat ouders die, laat ik het maar zo stellen, bijzonder betrokken zijn en het beste voor hun kind willen. Terecht, maar objectief zijn ze vaak niet. Zij identificeren zich met hun kind en ontlenen er status aan. Trainers zijn wel objectief, daar leiden wij ze voor op.
„Wij organiseren gesprekken met jeugdspelers én ouders als er iets is, of als het kind buiten de selectie valt. Om toe te lichten hoe wij tot een besluit zijn gekomen. Dat werkt meestal.
„De komst van een speler van buiten roept vaak discussie op. Daardoor valt een ander kind af. Dat levert vaak veel discussie op, maar wij willen de beste selectiespelers. Ouders gaan dan met hun kind kijken of het gras groener is bij een andere club. Dat is hun goed recht.
Messi loopt bij ons niet rond, de Champions League gaan ze niet meer halen. Gedraag je daar als ouder ook naar.
„De ouders die het meest betrokken zijn bij hun kind, zijn dat niet altijd bij de club. Het zijn niet de mensen die uitblinken in vrijwilligerswerk. Ze mopperen over wat niet goed geregeld is en denken alleen maar aan hun kind. Ga zelf eens wat doen, zeg ik dan.
„Zelfs kinderen zijn het soms zat. Op de velden hoor ik steeds vaker: ‘Hou nou eens je mond, pa’.
„De echte talentjes worden er op jonge leeftijd al uitgevist. Messi loopt bij ons niet rond, de Champions League gaan ze niet meer halen. Gedraag je daar als ouder ook naar. Het gaat om het plezier van je kind.”